Pagina's

zaterdag 18 juni 2011

Van nul naar tien.

Met een slaperig hoofd trek ik de gordijnen open waardoor er opeens een overvloed aan licht door mijn kamer schijnt. Automatisch knijpen mijn ogen zich dicht tegen het felle licht en na enige tijd lukt het mij ze te openen om naar buiten te kunnen kijken. Mijn humeur zakt gelijk naar het nul punt bij het zien van de regen druppels die uit de lucht vallen, en de bomen die vrolijk in het rond aan het dansen zijn door de wind. Fijn, denk ik, weer dit rot weer waarin ik straks acht kilometer moet gaan fietsen.

Na enige tijd moed verzamelt te hebben moet ik er toch echt aan geloven, fietsen in dit weer. Met mijn humeur nog steeds op het punt van nul stap ik naar buiten waardoor ik gelijk word gebombardeerd met miljoenen regen druppels. Mijn zicht word geblokkeerd door mijn haar dat vrolijk mee danst met de bomen waardoor het totaal uit model is. Kan mijn humeur nog erger worden? Het antwoord daarop is ja.

Nadat ik bij mijn fiets ben gekomen door eerst een hele hindernis te moeten begaan is het dan eindelijk tijd… Tijd om de wind in te fietsen en de druppels nog harder op mijn gezicht te voelen. Ik heb het gevoel dat ik nog geen honderd meter per uur ga, en ik zo van mijn fiets geblazen kan worden. Verwoed blijf ik door trappen tot ik nog enigszins het gevoel heb dat ik nu vijfhonderd kilometer per uur ga.

Na een uur gefietst te hebben en verschillende hindernissen heb overwonnen, zoals het niet van mijn fiets geblazen te worden of niet door plassen heen te rijden, ben ik dan eindelijk bij het feestje waar ik moet zijn. ‘Gefeliciteerd,’ roep ik, terwijl ik drie kussen geef en het cadeautje in die gene haar handen druk. Mijn handen lijken wel op de handen van een zestiger en als ik mijn blik op de spiegel werp zie ik dat er niets meer over is van mijn party outfit. In mijn gezicht lijk ik wel een panda met mijn make-up dat uitgelopen is, en over mijn haar al niet te spreken. Daar gaat mijn bedoeling om mij eigenlijk fatsoenlijk gekleed aan de mensen te tonen bedacht ik mij eigen.

Ik haal nog een keer diep adem om wat moed bij elkaar te sprokkelen en stap de woonkamer binnen, met een groep mensen. Mijn blik dwaalt door de kamer en blijkbaar is mijn party outfit nu toch wel perfect. Ik val niet eens meer op tussen de mensen, iedereen loopt er hetzelfde bij. Nat, doordrenkt, uitgelopen make-up en een ontploft kapsel. Automatisch vormt er een glimlach op mijn gezicht en bedenk mij eigen dat het feestje nu wel kan beginnen met mijn humeur dat van nul naar tien is geschoten.

4 opmerkingen: